De geschiedenis van het matras

Er is weinig bekend over de geschiedenis van het matras. Het woord matras is ontstaan uit een Arabisch woord dat ”een mat in een bepaald gebied” betekende. Dit is uiteindelijk het woord “materas” geworden tijdens vermenging van Europese en Arabische culturen. 11.000 jaar voor Christus waren mensen al bewust bezig met de materialen waar ze op sliepen en begon men met slapen op primitieve matrassen. Deze werden gemaakt van bladeren en verschillende grassoorten. Ook weten we sinds kort dat de neanderthalers op hun slaapplekken bepaalde bloem- en kruidsoorten legden om ongedierte te weren maar ook omdat het lekker rook.

Tijdens de 18de eeuw werd de basis gelegd voor onze huidige matrassen. In het begin werd er voor de vulling van matrassen veelal katoen en wol gebruikt. Midden dit centennium werd dit in plaats van wol en katoen, kokosvezels en paardenhaar. Vorige eeuw werden de boxspring en gietijzeren bedden uitgevonden. Het duurste matras in 1929 werd gemaakt van latex (rubber). Eind 1950 begon men met het maken van matrassen van synthetische schuimen. De voordelen qua levensduur en comfort waren enorm en steeds meer bereikbaar voor de middenklasse.

Eeuwenlang werden dus strozakken gebruikt als slaapmatten. Stro of hooi werd meerdere keren per jaar gewisseld en de strozak werd gewassen. De slaapkamers waren koud en goed geventileerd. De strozakken werden vervangen door driedelige matrassen. Deze konden gemakkelijk naar buiten worden gebracht om te worden uitgeklopt, waar ze tevens werden blootgesteld aan lucht en zon. Hiermee werd in ieder geval een minimum aan hygiëne bereikt.

 

 

 

Toename huisstofmijt allergie

Tegenwoordig is er een grote keuze aan matrassen van zeer goede kwaliteit. Omdat veel matrassen echter onpraktisch en zwaar zijn, blijven ze levenslang in het bedframe, waar ze worden bedekt met dekbed/deken en nauwelijks worden geventileerd. Als gevolg hiervan hebben de huidige matrassen, in tegenstelling tot in het verleden, een aanzienlijk hoger gehalte aan allergene componenten. Het isoleren van onze huizen, dubbele beglazing, airco,… het heeft het wooncomfort verbeterd en ons energieverbruik beperkt, maar het is de allergie niet ten goede gekomen. Bovendien worden er voortdurend nieuwe stoffen ontwikkeld waardoor het aantal nieuwe moleculen waarmee we in contact komen en waarop we allergisch kunnen reageren ontzettend is toegenomen.

Een derde van ons leven hebben we nauw contact met ons matras die we niet grondig schoon maken. Elke persoon verliest tot 0,5 liter vocht per nacht door natuurlijk zweten. Dit vocht, evenals zouten en eiwitten die in het zweet zitten, dringen de matras binnen en blijven daar. Bovendien verliest elke persoon tot 1,5 g huidschilfers per nacht – meer dan een halve kilo per jaar. Een deel hiervan blijft in de matras en vormt de basis van voedsel voor huisstofmijt. Bovendien worden huidschilfers aangetast door bacteriën en schimmels en veroorzaken zo de typische muffe slaapkamergeur.

In de ontlasting van de huisstofmijt zit de allergene stof guanine. De mijt gebruikt dit enzym voor zijn spijsvertering. De ontlasting valt uiteen in zeer kleine deeltjes die gemakkelijk in onze longblaasjes kunnen doordringen. Een mijt wordt ongeveer drie maanden oud en produceert in die periode tweehonderd maal zijn eigen lichaamsgewicht aan ontlasting. De huisstofmijt is de enige spinachtige die deze allergene stof bevat en dus gezondheidsklachten kan veroorzaken bij de mens zoals eczeem en astma.

Leave a Reply

Chat openen
1
Hallo 👋
Kunnen we je helpen?